Techniek

Binnen de praktijk maak ik gebruik van verschillende interventietechnieken. Deze technieken komen vanuit de cognitieve therapie, de speltherapie, de oplossingsgerichte therapie, de systeemtherapie,lichaamsgerichte therapie en mindfulness.

Er wordt gewerkt vanuit verschillende verklarings-en behandelingsmodellen, passend bij ieder kind:

Medisch model
Wat voelt het lichaam?  

Gedragsmodel   
Wat vertelt jouw gedrag jou?

Psychodynamisch model 
Speelt een onverwerkt verleden een rol bij het in stand houden van de
klacht?

Communicatiemodel  
Hoe is de communicatie tussen gezinssysteem/schoolsysteem?

Persoonlijk model   
Wie ben ik, wie wil ik zijn? Vorming van een eigen identiteit.

Stressmodel   
Hoe is de verhouding tussen de draagkracht en de draaglast ?



Het uitgangspunt van de therapie is het kind te helpen om opnieuw vanuit
zijn/haar kracht de mogelijkheden te vinden van een eigen unieke oplossing.
Om zich bewust te worden van wie hij/zij is en pure eigenheid te kunnen laten zien.
Voldoende veerkracht te ontwikkelen om met zichzelf en de
buitenwereld om te gaan.


EMDR
In de begeleiding kan gebruik gemaakt worden van EMDR.
EMDR betekent: door oogbewegingen minder gevoelig worden en opnieuw
informatie verwerken.
EMDR kan worden toegepats voor de verwerking van traumatische ervaringen.
Een gebeurtenis waarvan de herinnering een negatief effect heeft op iemands leven,
wordt traumatisch genoemd.
Kenmerkend voor een traumatische herinnering zijn de heftige emoties,
levendige beelden en fysieke reacties daarop.
Deze herinneringen komen steeds weer naar boven in situaties die lijken op de
traumatische gebeurtenis. Een geluid dat je hoort, een geur die je ruikt of een beeld
dat je ziet kan de beelden en gevoelens aan die gebeurtenis weer levendig terugbrengen.

Hoe werkt EMDR
Tijdens EMDR wordt de onaangename gebeurtenis bewust teruggehaald met alle beelden,gevoelens
en lichamelijke sensaties die daarbij horen.
Tegelijk wordt een afleidende taak aangeboden. Dit kan op verschillende manieren:
- door het met de ogen volgen van de hand van de therapeut die voor het gezicht heen en weer beweegt;
- via een koptelefoon luisteren naar tikjes die afwisselend in het linker en rechter oor worden aangeboden;
- via tactiele stimulatie door afwisselend op de rechter of linker hand van het kind te tappen.
Door deze afleidende taak kan informatieverwerking beter plaatsvinden.